
Smit heeft in zijn opleiding tot analist veel onderzoek gedaan waarbij morfologie een rol speelt. Toen hij daarna in opleiding ging tot klinisch chemicus merkte hij dat er weinig morfologisch materiaal makkelijk en snel beschikbaar was. ‘Als laboratoriumspecialist klinische chemie krijg ik vragen van analisten over afwijkende cellen die zij zien in patiëntenmateriaal. Als je het zelf ook niet precies weet, ga je zoeken op internet, in een boek van je opleider of naar een presentatie die iemand ergens heeft liggen. Dat kost veel tijd. Bovendien zie je dan meestal slechts twee of drie cellen, wat suggereert dat ziektebeelden morfologisch goed