OVERGEWICHT EN OBESITAS

‘De kraan moet dicht’

  • 5 min.
  • Spreker

De impact van obesitas op gezondheid en samenleving is enorm. Toch wordt de ziekte nog onvoldoende serieus genomen, constateert prof. dr. Liesbeth van Rossum, hoogleraar Obesitas en biologische stress in het Erasmus MC in Rotterdam en spreker op het NVKCvoorjaarscongres. Ze nodigt klinisch chemici van harte uit om mee te denken over wat goede klinisch-chemische parameters zijn voor de diagnostiek en behandeling van obesitas.

Portret (kleur) Liesbeth van Rossum

Volksziekte nr. 1, zo kun je obesitas gerust noemen, vindt Liesbeth van Rossum. ‘De helft van de Nederlandse bevolking heeft overgewicht, veertien procent heeft zelfs ernstig overgewicht, ofwel obesitas. Dat betekent te veel vetopslag, en dan vooral buikvet, het ongezonde vet. En vet is niet zomaar een isolerende laag blubber, zoals wel wordt gedacht. Vet is een orgaan waarin honderden soorten hormonen worden aangemaakt en dat communiceert met het brein. Heb je er te veel van, dan wordt het letterlijk ziek, net zoals een hart of lever ziek kan worden. De hormoonproductie raakt verstoord, de communicatie met het brein verloopt niet goed meer, en er ontstaat laaggradige inflammatie, omdat er ook veel ontstekingsstoffen worden gemaakt.’
En dat is niet het enige, want obesitas is ook een poortziekte. Zo’n tweehonderd andere aandoeningen kunnen erdoor veroorzaakt worden. ‘Niet alleen type 2-diabetes of hart- of vaatziekten, zoals veel mensen denken, maar ook meerdere vormen van kanker, artrose, depressie en angst en tal van chronische ziekten. We weten uit de literatuur bijvoorbeeld dat reuma-therapieën vijftig procent minder kans hebben om reumatoïde artritis in remissie te brengen als de patiënt naast reuma ook obesitas heeft. Dat komt mede door de verhoogde inflammatie door obesitas. Een succesvolle obesitasbehandeling draagt dan tevens bij aan een meer effectieve reumabehandeling.’

Nationaal Preventieakkoord

De impact van obesitas is enorm. Het is dan ook niet zo gek dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Gezondheidsraad obesitas als ziekte hebben aangemerkt. Toch wordt de ziekte in Nederland nog onvoldoende serieus genomen, constateert Van Rossum. ‘We worden met z’n allen gestimuleerd om ongezond te eten, weinig te bewegen, een stressvol leven te leiden. De kraan staat kortom wagenwijd open. Ondertussen is het bad allang volgelopen, want overgewicht en obesitas nemen epidemische vormen aan. De kraan moet dicht.’
De kraan dichtdraaien, dat is de taak van de politiek en het bedrijfsleven, stelt Van Rossum. ‘We praten dan over preventie en gezondheid, maar ook over maatschappelijke kosten. De totale kosten van overgewicht en obesitas bij volwassenen in Nederland is bijna 11.500 euro per volwassene met overgewicht/obesitas per jaar. Het wordt onbetaalbaar.’

Initiatieven zoals het Nationaal Preventieakkoord en ook het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON), de koepelorganisatie waar Van Rossum voorzitter van is, willen de maatschappelijke impact van obesitas terugdringen. Om daarin kans van slagen te hebben, is het goed om te begrijpen dat obesitas door tal van factoren kan worden veroorzaakt, legt Van Rossum uit. ‘Natuurlijk is leefstijl, ongezonde voeding, niet bewegen noem maar op, de voornaamste oorzaak. Maar ook andere factoren werken obesitas in de hand. Denk aan sociale factoren, medicatiegebruik, hormonale, psychische en genetische factoren. Soms schuilt er een medische aandoening onder.’

Corticosteroïden

Nieuw wetenschappelijk onderzoek laat bovendien zien dat er een associatie is tussen het gebruik van (ook lokaal aangebrachte) corticosteroïden, zoals corticosteroïden in gewrichtsinjecties of als inhalatiemedicatie bij mensen met astma, en obesitas. Van Rossum: ‘In onze eigen studies zagen we dat tien procent van de Nederlandse bevolking corticosteroïden gebruikt. Bij mensen met obesitas was dat 27 procent. Evenzo zien we dat mensen die inhalatiesteroïden gebruiken gemiddeld een hogere BMI en een hogere buikomvang hebben dan de algemene bevolking. Een causaal verband hebben we daarmee nog niet aangetoond, maar we doen daar wel onderzoek naar. Want de associaties stapelen zich op.’
Van Rossum ziet dat ook in haar behandelen onderzoekspraktijk in het Centrum Gezond Gewicht van het Erasmus MC. ‘We zien regelmatig patiënten met obesitas die ondanks alle leefstijlinterventies en obesitasbehandelingen niet afvallen. Met alle bijbehorende frustraties. Totdat ze stoppen met de corticosteroïden die ze als pufje of als zalf tegen eczeem gebruiken. Ze verliezen dan plotseling veel makkelijker gewicht. Alsof je daarmee de handrem eraf haalt.’

Maatschappelijk stigma

Obesitas behandelen is lastig, benadrukt Van Rossum. ‘Niet alleen omdat alles in de omgeving je verleidt om te blijven eten. Je moet je ook bewust zijn van het multifactoriële karakter van obesitas. Dat betekent dat je niet alleen werkt aan leefstijl, maar ook oog hebt voor stressfactoren, zoals schuldenproblematiek of werkloosheid, en dat je kijkt naar medicatiegebruik met gewichtsverhogende werking of mogelijke genetische endocriene factoren. Een obesitasbehandeling is daarmee altijd een behandeling op maat. Een behandeling die voor de ene patiënt effectief is, hoeft dat voor de andere patiënt niet te zijn.’
Juist omdat obesitasbehandeling zo complex is, ergert Van Rossum zich aan het maatschappelijke stigma dat er nog steeds omheen hangt. ‘Mensen met obesitas hebben minder kans op een baan, minder kans op leidinggevende functies, worden massaal gediscrimineerd. Alsof het jouw schuld is dat je te dik bent. Maar je hebt er niet altijd zelf voldoende invloed op. Heb meer begrip voor de mens achter de persoon met obesitas, is mijn advies. Dat is behulpzamer dan veroordelen.’

Insulineresistentie

Ja klinisch chemici kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de obesitasbehandeling, vervolgt ze. ‘Bij patiënten met obesitas meten we naast de glucosehuishouding ook steeds vaker hoe insulineresistent iemand is. Insuline is een mooie parameter om mensen te volgen die werken aan leefstijlinterventies. Met insuline kun je monitoren of een interventie aanslaat. Je ziet dan bijvoorbeeld dat de insuline daalt en de lichaamssamenstelling verbetert. Dat motiveert mensen om door te gaan met de interventie.’
Een nieuwe richting van klinisch-chemisch onderzoek bij obesitas waarin klinisch chemici volgens Van Rossum een rol kunnen spelen is het onderzoek naar eetlustregulerende hormonen en ook naar corticosteroïden in hoofdhaar. ‘Dat laatste is een veelbelovend onderzoeksterrein waarmee je bijvoorbeeld lange termijn stress kunt monitoren.’

Klinisch chemici kunnen hierin dus veel betekenen, wil ze maar zeggen. ‘De ontwikkelingen gaan snel, er komen nieuwe tests aan, nieuwe medicatie, nieuwe leefstijl-behandelopties. Ik nodig klinisch-chemici dan ook van harte uit om mee te denken over wat goede klinischchemische parameters zijn voor de diagnostiek en de behandeling van obesitas. Uiteindelijk willen we maatwerk leveren voor de patiënt. De klinische chemie is daarin onmisbaar.’