Lange tijd waren er alleen vitamine K-antagonisten (VKA) als antistollingsmedicatie, waarvan de toediening intensief wordt begeleid door de trombosediensten. In 2013 zijn nieuwe orale anticoagulantia op de markt gekomen: de NOAC’s (Non-VKA Oral Anti-Coagulants), ook wel DOAC’s (Directe Orale Anticoagulantia) genoemd. ‘Hierbij is begeleiding nodig door de behandelaar of de huisarts’, vertelt Ten Cate. ‘Daarnaast groeit de populatie van mensen die antistolling nodig hebben. Er worden vanwege de vergrijzing meer mensen gediagnosticeerd met boezemfibrilleren, wat een indicatie is voor antistolling. Wat betekenen deze veranderingen organisatorisch? Hoe moet de begeleiding gebeuren? Welke laboratoriumtests zijn nodig? Dat zijn vragen die nu spelen.’
GOEDE EN VEILIGE ANTISTOLLINGSZORG
'Geven van antistolling is een risicovolle behandeling’
Tijdens het NVKC-congres zullen dr. Henk Adriaansen (arts klinische chemie, Gelre Ziekenhuizen) en prof. dr. Hugo ten Cate (hoofd Trombose Expertise Centrum van het Maastricht UMC+) spreken over chronische antistolling. Zij bespreken onder andere indicaties voor orale antistollingsmedicatie en de vele veranderingen die gaande zijn in het veld van de antistolling.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?