Basistentamen november 2019
Casus 5
Een jonge vrouw van 35 jaar is gediagnostiseerd met een diep veneuze trombose.
De huisarts meldt haar aan bij de lokale trombosedienst waar de behandeling met fenprocoumon (Marcoumar) wordt opgestart. De eerste 5 dagen wordt de behandeling gecombineerd met dagelijks toediening van laagmoleculair-gewicht heparines (LMWH).
Vraag 21
Waarom wordt er in eerste instantie combinatietherapie gegeven? Welke bewering(en) is/zijn juist?
A. Een LMWH is veel beter in staat de trombus te laten slinken dan een vitamine K-antagonist (VKA)
B. Het antistollingseffect van VKA wordt pas na enkele dagen bereikt
C. Het doseerschema is mogelijk nog niet optimaal
D. Om uitbreiding van de trombus tegen te gaan