ZINVOLLE BIJDRAGE

Nieuwe generaties stollingsmiddelen bieden kansen voor laboratoria

  • 5 min.
  • Spreker

De ontwikkeling van pro- en antistollingsmedicatie heeft het afgelopen decennium een grote vlucht genomen. Dat heeft ook gevolgen voor de laboratoria. Prof. dr. Yvonne Henskens (hoofd Centraal Diagnostisch Laboratorium van het Maastricht UMC+ en voorzitter van de Vereniging voor Hematologische Laboratoria) bespreekt deze ontwikkelingen op het NVKC-voorjaarscongres. ‘Het wordt voor iedereen ingewikkelder.’

Portret (kleur) Yvonne Henskens

Antistollingsmiddelen remmen de stolling van het bloed en verlagen het risico op trombose. De traditionele en effectieve vitamine K-antagonisten zijn lang geleden ontdekt en ontwikkeld. Tien jaar geleden verschenen de DOAC’s: directe orale anticoagulantia, waarvan er inmiddels vier beschikbaar zijn. In de onderzoeksfase werd al aangegeven dat, anders dan bij de vitamine K-antagonisten, geen controles meer nodig zijn door trombosediensten (zie ook kader). ‘Daardoor werden laboratoria niet betrokken bij de ontwikkeling ervan’, vertelt Henskens. ‘Klinisch chemici hebben wel meegewerkt aan een eerste leidraad voor toepassing van DOAC’s, maar laboratoriumtesten mochten daarin niet worden opgenomen. Momenteel is naar schatting 70 procent van de ruim 500.000 gebruikers van een vitamine K-antagonist overgeschakeld op een DOAC.’

Point-of-care-test

&ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?