De opleiding Klinische Chemie is de afgelopen jaren grotendeels opnieuw opgezet en vanaf 2018 in fasen geïmplementeerd. Het basis- en verdiepingsjaar zijn inmiddels ingericht volgens het nieuwe curriculum. De afgelopen maanden deed AIOS Ineke Riphagen in het UMC Groningen de eerste pilot met de afsluitende profileringsfase. Vanuit de Opleidingscommissie lichten dr. ir. Daan van de Kerkhof en dr. Nienke Geerts de nieuwe opleiding toe. Dr. Ineke Riphagen en opleider prof. Ido Kema vertellen over de geslaagde pilot.
Opleiding
Geslaagde pilot met nieuw curriculum voor profileringsfase
De opleiding Klinische Chemie is de afgelopen jaren grotendeels opnieuw opgezet en vanaf 2018 in fasen geïmplementeerd. Het basis- en verdiepingsjaar zijn inmiddels ingericht volgens het nieuwe curriculum. De afgelopen maanden deed AIOS Ineke Riphagen in het UMC Groningen de eerste pilot met de afsluitende profileringsfase. Vanuit de Opleidingscommissie lichten dr. ir. Daan van de Kerkhof en dr. Nienke Geerts de nieuwe opleiding toe. Dr. Ineke Riphagen en opleider prof. Ido Kema vertellen over de geslaagde pilot.
Laboratoriumgeneeskunde
februari 2021, jaargang 4
Nummer 1
tekst: Kees Vermeer
Opleiding
Geslaagde pilot met nieuw curriculum voor profileringsfase
De opleiding Klinische Chemie is de afgelopen jaren grotendeels opnieuw opgezet en vanaf 2018 in fasen geïmplementeerd. Het basis- en verdiepingsjaar zijn inmiddels ingericht volgens het nieuwe curriculum. De afgelopen maanden deed AIOS Ineke Riphagen in het UMC Groningen de eerste pilot met de afsluitende profileringsfase. Vanuit de Opleidingscommissie lichten dr. ir. Daan van de Kerkhof en dr. Nienke Geerts de nieuwe opleiding toe. Dr. Ineke Riphagen en opleider prof. Ido Kema vertellen over de geslaagde pilot.
Enkele jaren geleden heeft een werkgroep van de NVKC de opleiding Klinische Chemie geëvalueerd. De conclusie was dat aanpassingen nodig waren: de opleiding was vooral gericht op zaken als management en kwaliteit en sloot te weinig aan bij de snelle ontwikkelingen in het vak. ‘We wilden ons meer richten op ons werk in de kliniek en de inzet van onze kennis in klinische zorgpaden’, vertelt Van de Kerkhof. ‘Er zijn specifiek drie focusgebieden benoemd: medisch leiderschap, methodologie en datavaardigheden, en technologie. Daarnaast zijn er ontwikkelingen vanuit de Federatie Medisch Specialisten, zoals de introductie van EPA’s: gestructureerde beschrijvingen van de kennis, vaardigheden en attitude die nodig zijn binnen je vak. EPA’s zijn een hulpmiddel om AIOS tijdens de opleiding te begeleiden en de bekwaamheid te beoordelen. Deze ontwikkeling volgen wij in het curriculum.’
Veel tijd
Voorheen bestond de profileringsfase uit drie modulen, nu is er één profileringsproject. De pilot is vrijwel afgerond en op korte termijn starten tien nieuwe AIOS met een profileringsproject. ‘Deze projecten worden nu door leden van de opleidingscommissie beoordeeld op inhoud en haalbaarheid’, vertelt Geerts. ‘We hebben inmiddels wel ervaren dat dat veel tijd kost. Van projecten moet immers worden getoetst of ze passen binnen het curriculum en voldoen aan de normen. Dat blijkt meer tijd te kosten dan we hadden gedacht.’ De Opleidingscommissie zoekt nu naar een efficiënte manier van beoordelen, zodat de AIOS snel aan de slag kunnen. ‘Want we merken dat iedereen staat te popelen om te beginnen’, aldus Van de Kerkhof. ‘Het is wel gebleken dat het focusgebied methodologie en datavaardigheden vaker wordt gekozen dan de andere gebieden. Ons streven is om alle gebieden aan te bieden. We zullen later evalueren of dat het geval is.’ De implementatie van het curriculum in de profileringsfase is nog in volle gang. De komende tijd ligt de nadruk op onder andere het efficiënter maken van het beoordelingsproces, zegt Geerts. ‘En uiteindelijk kijken we ook naar de uitkomsten van de projecten: passen die bij de nieuwe opleiding? Dat zullen we in een latere fase evalueren.’
Positief
Voorheen kon een AIOS in het laatste jaar van de opleiding een specialisatie kiezen via drie modules. Ineke Riphagen heeft als pilot nu één profileringsproject van bijna een jaar gedaan volgens het nieuwe curriculum. Prof. Ido Kema (afdelingshoofd laboratoriumgeneeskunde, UMC Groningen; lid Opleidingscommissie) is positief over de nieuwe opleiding. ‘Bij de evaluatie in 2015 bleek dat in de opleiding te weinig aandacht was voor innovatie. De opleiding zou op termijn niet meer aansluiten bij de snelle ontwikkelingen in het vak. Werkgroep Curriculum, waaraan ik deelnam, heeft vervolgens de drie focusgebieden benoemd. Ik ben tevens lid van de Opleidingscommissie en had met Ineke een heel goede AIOS in huis met veel interesse en talent voor dataverwerking. Zodoende kon zij deelnemen aan de pilot.’
Trots
Riphagen onderzoekt of de uitslagen van het urine-steroïdprofiel nader kunnen worden geanalyseerd met behulp van machine learning. Deze uitslagen worden toegepast bij onder andere diagnostiek van adrenocorticale adenomen, carcinomen en aandoeningen van steroïd-biosynthese. Het urine-steroïdprofiel bestaat uit meer dan dertig met massaspectrometrie gemeten steroïdhormonen en metabolieten, waaronder androgeen-, cortisol-, aldosteronen intermediairemetabolieten. Het ontwikkelde machine learning-algoritme geeft vervolgens suggesties voor mogelijke diagnoses. Deze voorspelde diagnoses zijn vergeleken met door pathologie en DNA-analyse verkregen diagnoses. Het is dus een combinatie van techniek en data-analyse met machine learning. ‘In de oorspronkelijke opleidingsstructuur moest de AIOS vrij strak de modules volgen’, legt Kema uit. ‘Het programma was redelijk vastomlijnd. Tijdens de stages moest je enkele ziektebeelden tegenkomen en die kunnen duiden. Het was slechts beperkt mogelijk om het op een andere manier te doen. Maar nu heeft Ineke een jaar lang gewerkt aan specifieke vaardigheden voor dataverwerking. Dat is een verdieping van de opleiding. En mijn taak als opleider is leuker geworden. Want vanuit de academie kun je in de opleiding nu ook meer inzetten op de toekomst van het vak. Wat betreft de aansturing van AIOS was ik altijd al gewend hen veel vrijheid te geven. Ook Ineke heeft zelf dingen opgepakt en mogelijkheden gezien. Ik ben trots op haar dat zij deze stap heeft genomen. Het is erg leuk om iemand zich te zien ontplooien in een bepaalde richting. Nu ik haar zo bezig heb gezien, geeft dat vertrouwen dat we straks in de opleiding niet achter de feiten aanlopen.’
Multidisciplinaire projectgroep
Riphagen werkte bij dit project samen met mensen uit de ICT, laboratoriumgeneeskunde, endocrinologie en onderzoekers uit het kenniscentrum DASH van het UMCG: het Data Science Center in Health dat innovatieve onderzoeksprojecten ondersteunt wat betreft datawetenschap, machine learning en kunstmatige intelligentie. ‘Er is dus een multidisciplinaire groep bij dit project betrokken geweest. We hebben machine learning eerst in onderzoeksverband toegepast omdat veel artsen nogal huiverig zijn voor het stellen van een diagnose door de computer. Vaak is zo’n dataverwerkingsprogramma een black box en is niet precies duidelijk hoe de diagnose tot stand komt. Wij hebben een programma gebruikt waarmee we kunnen zien welke gegevens en welke factoren leiden tot de diagnose. Met dat programma wordt nu verder onderzoek gedaan.’ Volgens Riphagen had zij in de oude structuur van de opleiding, met stages van drie maanden, nooit zo ver kunnen komen als nu. De nieuwe opleiding geeft meer mogelijkheid voor verdieping en sluit beter aan bij de praktijk van vandaag: ‘Big data nemen immers een grote vlucht binnen vele disciplines.’
Riphagen ziet nog wel een knelpunt in de nieuwe opzet: ‘Ik denk dat vooral de beoordeling van de profileringsprojecten nog niet helemaal duidelijk is. De beoordeling is ook tijdrovend: de eindbeoordeling gebeurt door twee externe beoordelaars in plaats van één, zoals voorheen bij de modules, en de projecten moeten vooraf beoordeeld en goedgekeurd worden.’
Ook regionaal
Het doel van de pilot was om na te gaan of de profileringsfase met één project mogelijk is. Kema en Riphagen vinden de pilot wat dat betreft geslaagd. Deze opzet zal nu verder worden geïmplementeerd. Kema hoopt dat projecten ook regionaal kunnen worden opgepakt, met regionale opleidingsplannen en samenwerking tussen laboratoria. ‘Zo willen we de ontwikkelingen verder vertalen samen met andere laboratoria. Diverse regio’s zijn op dat gebied al aan de slag gegaan, zoals Den Bosch (OOR-ON) en Leiden (OOR-LUMC). Maar het regionale opleidingsplan is nog in voorbereiding bij de Opleidingscommissie. Dat zal globaal gaan beschrijven hoe de samenwerking vorm moet krijgen. Hieraan wordt nu hard gewerkt. Als er meer projecten komen en instellingen daarbij meer gaan samenwerken, brengt dat het vakgebied in het hele land vooruit.’
Dr. ir. Daan van de Kerkhof is laboratoriumspecialist klinische chemie in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Tevens is hij lid van de Opleidingscommissie van de NVKC.
Dr. Nienke Geerts is laboratoriumspecialist klinische chemie in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Tevens is zij lid van de Opleidingscommissie van de NVKC.
Dr. Ineke Riphagen is laboratoriumspecialist klinische chemie in opleiding bij de afdeling Laboratoriumgeneeskunde van het UMC Groningen. In 2016 promoveerde zij op onderzoek naar prognostische markers voor harten vaatziekten en nierziekten.
Prof. dr. Ido Kema is afdelingshoofd Laboratoriumgeneeskunde in het UMC Groningen, opleider Klinische Chemie en lid van de Opleidingscommissie van de NVKC.
Inloggen
Om dit onderdeel te kunnen bekijken/downloaden moet u lid zijn.