Patiënt
Een 57-jarige man wordt ter overname uit een perifeer ziekenhuis opgenomen met een bedreigd linkerbeen door een diepe veneuze trombose (DVT). Er werd een trombolysebehandeling uitgevoerd met alteplase (1 mg/uur) en ongefractioneerd heparine (bolus 5.000 IE, gevolgd door 1.000 IE/uur gedurende 20 uur). Na de trombolyse werd hij op geleide van zijn lichaamsgewicht behandeld met een laag-moleculair-gewicht heparine (LMWH; tinzaparine, 1dd 18.000 IE). Zeven dagen na trombolyse ontwikkelde hij dyspnoe en pijn op de borst zonder tekenen van een infarct of longembolie (ECG en CT niet afwijkend). Ook waren de trombocyten plots gedaald tot 50*10^9/L. Differentiaaldiagnostisch werd gedacht aan verbruik bij uitgebreide veneuze trombose, trombolyse, bloeding (het hemoglobine was gedaald tot 4,3 mmol/L waarvoor transfusie van twee packed cells), of een heparine