Hoe de beenmergdiagnostiek voorheen werd uitgevoerd? Van den Ancker legt uit: ‘We hebben een pool van analisten die uitstekend kunnen beoordelen wat welke cel is, en of ze maligne afwijkingen zien. Analist 1 telt en beoordeelt de losse cellen op het beenmerguitstrijkje, analist 2 doet hetzelfde. Nadat de hematoloog het beenmerg heeft bekeken, worden de tellingen en andere bevindingen geautoriseerd. Dat gaat prima, maar het kost tijd. Vooral door het handmatig invoeren van alle gegevens in het laboratoriuminformatiesysteem (LIS).’
Van den Ancker is daarom blij met de komst van een digitale microscoop voor beenmergdiagnostiek. ‘Deze scant het hele beenmerguitstrijkje en daarna de individuele cellen van patiënten die verdacht worden van een hematologische maligniteit. Daarna verstuurt de microscoop de gescande beelden digitaal naar de computer. Dat neemt veel administratielast weg voor analisten en klinisch chemici. We kunnen ons daardoor meer richten op de inhoudelijke beoordeling van de cellen en de samenhang van de cellen in het beenmerg. Dat is het leuke deel van het werk.’
Natuurlijk, minder administratielast is niet de enige reden om over te schakelen op de implementatie van digitale microscopie, al helpt het wél – bij nijpende personeelstekorten onder analisten – om de werkdruk voor labmedewerkers te verminderen. ‘De diagnostiek verloopt nu ook sneller, doordat het (semi-)automatisch verloopt. De beelden van de microscoop worden digitaal verwerkt in de computer. Dat betekent dat we tijdswinst boeken. Een diagnostische uitslag staat sneller in het systeem. Dat komt de kwaliteit van zorg ten goede, want er gaat minder tijd verloren met het diagnostisch proces.’