‘Eet niet alleen voor jezelf, eet ook voor je microbioom’

  • 5 min.
  • Innovatie

Prof. dr. Iris Sommer, hoogleraar Psychiatrie en neuro-onderzoeker bij UMC Groningen (UMCG) en auteur van het boek De bacterie en het brein, dat afgelopen najaar verscheen, doet onderzoek naar de relatie tussen darmflora en mentale gezondheid. ‘Hoe gezonder het microbioom, hoe groter de kans op een goede mentale gezondheid.’ Wat betekent dit voor klinisch chemici?

Portretfoto (kleur) Iris Sommer
Beeld: Alfred Sommer

Muizen zonder microbioom worden angstig, depressief en vertonen ernstige gedragsstoornissen. Bovendien ontwikkelen hun hersenen zich niet goed. Dat komt doordat bij hen de darmflora ontbreekt. Zij beschikken daardoor niet over de vele miljarden darmbacteriën die een rol spelen bij de aanmaak van neurotransmitters zoals serotonine, dopamine, GABA en glutamaat; stoffen die onmisbaar zijn voor een mentaal gezond brein. ‘Met muizen is het makkelijker om zo’n causale relatie tussen darm en brein aan te tonen dan bij mensen,’ vertelt Iris Sommer. ‘Je kunt bij hen het microbioom verwijderen en dan analyseren wat er gebeurt. Bij mensen kan dat – gelukkig – niet.’ 

Toch zijn er talrijke associaties die wijzen op de samenhang tussen een gezond microbioom en een gezond brein bij mensen. Zo zijn er interventiestudies bekend bij mensen met de diagnose depressie die probiotica (melkzuurbacteriën) kregen. ‘We zien bij hen een afname van depressieve symptomen. Verder zijn er interventiestudies gedaan waarbij zwangere vrouwen in de onderzoeksgroep in de laatste drie maanden en ook na de geboorte probiotica kregen. Hun kinderen ontwikkelen vervolgens minder vaak ADHD dan kinderen van vrouwen die in dezelfde periode een placebo kregen.’

Ook zijn er aanwijzingen uit dierexperimenteel onderzoek dat een gezonde darmflora, vooral het voorkomen van verschillende stammen van de melkzuurbacterie, de omgang met stress kan verbeteren. ‘We kennen Japans onderzoek waarbij geneeskundestudenten die de tentamenperiode ingaan, wat doorgaans als stressvol wordt ervaren, probiotica krijgen. Ze blijven weliswaar gestrest – tentamens blijven spannend – maar ze ontwikkelen minder lichamelijke klachten door stress, zoals minder buikpijn en minder slaapproblemen. Dat wijst erop dat een gezonde darmflora de stressreactie beter kan opvangen.’

Stress-weerbaarheid

Sommer noemt stress niet zomaar. De laatste cijfers van het Trimbos-instituut, dat dit jaarlijks monitort, wijzen op een forse toename van het aantal psychiatrische en neurologische stoornissen, van angst en depressie tot de ziekte van Parkinson en dementie. ‘Een op de zeven Nederlanders heeft een angststoornis. De GGZ kan dat niet behappen, de wachtlijsten worden steeds langer. Tegelijkertijd weten we dat burn-out, depressie en angst samenhangen met stress-weerbaarheid. Als het ons lukt om mensen meer weerbaar voor stress te maken, kunnen we hopelijk een flink aantal psychiatrische aandoeningen voorkomen.’

Onderzoek naar stress-weerbaarheid kan op tal van manieren. Sommer doet dat vooral via de route van gezonde voeding. ‘Gezonde voeding is voeding die zowel goed is voor jezelf als voor je microbioom. En hoe gezonder het microbioom, hoe groter de kans op mentale gezondheid.’

Hoe diverser, hoe beter, dat is volgens Sommer hét kenmerk van een gezond microbioom. ‘Vergelijk het met een bos. Een gemengd tropisch regenwoud is vitaler dan een productiebos met enkel naaldbomen. Het is daardoor beter in staat zich te verweren tegen ziekten en extreme weersomstandigheden. Met het microbioom is het vermoedelijk net zo. Hoe meer soorten bacteriën het bevat, hoe beter.’

Pesticiden

Gezonde voeding draagt bij aan een gezonde darmflora. ‘De meeste darmbacteriën zitten in de dikke darm. Ze leven daar van fermenteerbare voedingsvezels, waar ze korteketenvetzuren van maken, zoals butyraat. Die korteketenvetzuren zijn gezondheidsbevorderend, ook voor een mentaal gezond brein. Een plantaardig dieet, groente, fruit, gisten, paddenstoelen, bevorderen gezonde flora.’

Het dagelijks dieet van de gemiddelde Nederlander doet dat niet. ‘Niet alleen omdat we te vet en te calorierijk eten, maar ook omdat het vaak voedsel is met veel conserveringsmiddelen. Dat doodt bacteriën. Net als alcohol en antibiotica. En net als pesticiden die in landbouw en veeteelt worden gebruikt. Die doden het bodemleven. We nemen daardoor minder bacteriën op vanuit onze voeding. Terwijl juist die bacteriën onze darmflora verrijken.’

Poeppaspoort

Werken aan bewustwording, dat is een drijfveer van Sommer. ‘Ik wil artsen en andere zorgverleners, maar ook het bredere publiek, erop wijzen dat ze er bij hun voeding op letten dat ze niet alleen zichzelf, maar ook hun microbioom voeden. Dat is goed voor je darmflora, en het is goed voor je mentale gezondheid. Dat is een relatie waar we overigens nog meer van willen weten. Afgelopen zomer deden we poeponderzoek op Lowlands. We vroegen bezoekers poep bij zichzelf af te nemen, en we namen bij hen een persoonlijkheidsvragenlijst af, met daarbij aandacht voor hun mate van stressgevoeligheid. De uitkomsten van deze shitty science verwachten we volgend jaar. We zijn benieuwd of we ook dan een verband zien tussen de mate van stressgevoeligheid en het darm-microbioom.’

Met haar onderzoek en haar publicaties, zoals haar publieksboek De bacterie en het brein, dat afgelopen najaar verscheen, hoopt Sommer mensen op een laagdrempelige manier handvatten te geven over hoe ze goed voor hun microbioom én hun brein kunnen zorgen. Welke rol kunnen klinisch chemici en laboratoriumspecialisten daarbij spelen? ‘Ik verwacht dat we bepaalde stoffen, zoals butyraat, vaker in het bloed zullen gaan bepalen, omdat die een goede afspiegeling vormen van een gezonde darmflora. En we zullen naast bloed en urine vaker op poep gaan analyseren. Welke bacteriën komen daarin voor, wat voor afvalproducten maken ze? Wie weet gaan we werken met een poeppaspoort. We kunnen daarmee dan de kwaliteit van het microbioom als indicator voor de mentale gezondheid van patiënten in kaart brengen.’

Alles hangt samen

Eén ding is zeker, stelt Sommer. Als we mentale gezondheid willen bestuderen, dan moeten we naar meer kijken dan alleen het brein. ‘Als psychiater kom ik er niet mee weg om me enkel op één orgaan, de hersenen, te richten. Ik zal ook aandacht moeten besteden aan het immuunsysteem, de darmgezondheid, het microbioom, de hormoonhuishouding. Dat hangt allemaal samen. Het maakt ons werk alleen maar boeiender.’