Muizen zonder microbioom worden angstig, depressief en vertonen ernstige gedragsstoornissen. Bovendien ontwikkelen hun hersenen zich niet goed. Dat komt doordat bij hen de darmflora ontbreekt. Zij beschikken daardoor niet over de vele miljarden darmbacteriën die een rol spelen bij de aanmaak van neurotransmitters zoals serotonine, dopamine, GABA en glutamaat; stoffen die onmisbaar zijn voor een mentaal gezond brein. ‘Met muizen is het makkelijker om zo’n causale relatie tussen darm en brein aan te tonen dan bij mensen,’ vertelt Iris Sommer. ‘Je kunt bij hen het microbioom verwijderen en dan analyseren wat er gebeurt. Bij mensen kan dat – gelukkig – niet.’
Toch zijn er talrijke associaties die wijzen op de samenhang tussen een gezond microbioom en een gezond brein bij mensen. Zo zijn er interventiestudies bekend bij mensen met de diagnose depressie die probiotica (melkzuurbacteriën) kregen. ‘We zien bij hen een afname van depressieve symptomen. Verder zijn er interventiestudies gedaan waarbij zwangere vrouwen in de onderzoeksgroep in de laatste drie maanden en ook na de geboorte probiotica kregen. Hun kinderen ontwikkelen vervolgens minder vaak ADHD dan kinderen van vrouwen die in dezelfde periode een placebo kregen.’
Ook zijn er aanwijzingen uit dierexperimenteel onderzoek dat een gezonde darmflora, vooral het voorkomen van verschillende stammen van de melkzuurbacterie, de omgang met stress kan verbeteren. ‘We kennen Japans onderzoek waarbij geneeskundestudenten die de tentamenperiode ingaan, wat doorgaans als stressvol wordt ervaren, probiotica krijgen. Ze blijven weliswaar gestrest – tentamens blijven spannend – maar ze ontwikkelen minder lichamelijke klachten door stress, zoals minder buikpijn en minder slaapproblemen. Dat wijst erop dat een gezonde darmflora de stressreactie beter kan opvangen.’