Het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht gebruikt een robot om prikangst bij kinderen weg te nemen. De robot is ontwikkeld in samenwerking met de Hogeschool Utrecht en Vrije Universiteit Amsterdam. ‘We hebben er zo’n 3 jaar aan gewerkt’, vertelt dr. ing. Matthijs Smakman, onderzoeker aan beide instituten. ‘Op de bloedafnamepoli komen kinderen soms huilend, schreeuwend en schoppend binnen. Een extra verpleegkundige kan het kind afleiden of vasthouden, maar soms helpt dat niet en is het niet mogelijk om bloed af te nemen. Dan wordt een nieuwe afspraak gemaakt, maar dan kan het kind nóg angstiger zijn. Het levert veel stress op bij medewerkers, kinderen en ook de ouders.’
Wetenschappelijk onderzocht
Het ziekenhuis wilde daarom weten of een robot kan helpen om kinderen af te leiden en rustiger te maken tijdens het afnemen van bloed. Bij de ontwikkeling is goed nagedacht over wat de robot zou moeten kunnen, hoe dat kan worden vormgegeven en waar de robot een plek zou krijgen. Er is gekozen voor de behandelkamer, waar de robot een gesprekje kan voeren met het kind aan de hand van bijvoorbeeld het lievelingsdier of de lievelingssport. De robot kan daarbij geluiden en bewegingen maken, liedjes zingen en dansjes doen. ‘We hebben het onderzoek wetenschappelijk opgezet, met ook een vergelijking met de reguliere afleidingsmethoden zoals een handpop of een tablet’, vertelt Smakman. ‘In de eerste studie zagen we al dat kinderen met de robot vóór de prik significant minder angst hadden. Maar dat was vooral bij kinderen tussen 6 en 9 jaar. Omdat we wilden weten hoe dat kwam, zijn we bij enkele basisscholen langs geweest om met kinderen te praten over hun belevingswereld. Zo hebben we voor de robot drie scenario’s gemaakt voor verschillende leeftijdscategorieën. In de tweede studie zagen we daarmee angstreductie bij alle kinderen. Overigens worden beide studies gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.’