Basistentamen 2020
Casus 5
Een 29-jarige vrouw, bekend met een onregelmatige cyclus bij de huisarts, wordt door de gynaecoloog gezien in verband met een zwangerschapswens. De patiënt geeft aan vooral bezorgd te zijn om het feit dat haar cyclus langer is gestopt dan ze eerder ooit mee heeft gemaakt. De gynaecoloog noteert daarnaast dat de patiënt ook klachten heeft van hoofdpijn, misselijkheid en vermoeidheid. De patiënt geeft aan geen medicamenten of voedingssupplementen te gebruiken. In de tabel hieronder zijn de uitslagen uit het laboratoriumonderzoek opgenomen (tabel 6).
Bepaling | Resultaat 19/11/2019 |
Resultaat * 4/1/2020 |
Referentiewaarden |
Glucose | 4,8 | 7,2 | 4,0 - 6,1 mmol/l |
Triglyceriden | 2,14 | 2,5 | <2 mmol/l |
Cholesterol | 4,6 | 5,2 | 2,9 - 6,5 mmol/l |
HDL-cholesterol | 1,09 | 1,12 | >1,54 mmol/l |
LDL-cholesterol | 3,3 | 3,9 | 2,6 - 4,1 mmol/l |
Oestradiol | 196 | 800 | 55 - 1285 pmol/l |
TSH | 2,5 | 0,6 | 0,6 - 4,3 mU/l |
Cortisol | 232 | 620 | <700 nmol/l |
LH | 7,0 | 0,2 | cyclusafh. |
FSH | 4,7 | 0,1 | cyclusafh. |
AMH | 7,3 | N/A | 1,1 - 6,5 μg/l |
Prolactine | 0,1 | 1,4 | 0,2 - 0,7 U/l |
Insuline | 119 | 300 | < 100 pmol/l |
Testosteron | 1,9 | 3,8 | 0,2 - 2,0 nmol/l |
SHBG | 24,9 | 150 | 20 - 120 nmol/l |
Vraag 22
De gynaecoloog twijfelt aan de prolactine uitslag van 4/1/2020 en vraagt u om macroprolactine-onderzoek in te zetten middels PEG-precipitatie. Beschrijf kort en bondig hoe PEG-precipitatie werkt (5 regels, maximaal).
Vraag 23
Uit uw macroprolactine onderzoek blijkt dat er géén sprake is van macroprolactine. De dokter vraagt je om verder mee te denken over de casus. Dit keer richt de vraag zich op het lage prolactine-gehalte dat is gemeten op 19/11/19. De dokter wil een laboratoriumfout uitsluiten. U gebruikt een tweestaps prolactine assay. Leg uit of je assay beïnvloed wordt door een high dose hook-effect.
Vraag 24
De gynaecoloog belt je nogmaals en vraagt of de prolactinespiegel van 4/1/2020 te wijten kan zijn aan extreme prikangst bij mevrouw ontstaan na de eerdere traumatische afname. Wat is hierop je antwoord?
Vraag 33
In het diagnostisch traject voor PCOS is het beter direct vrij testosteron te meten (testosteron analoog assays) in plaats van de vrije testosteron-fractie te berekenen uit totaal testosteron en SHBG. Leg uit waarom dit juist of onjuist is.