Chérina Fleming is klinisch chemicus op Sint Maarten

‘Het is waardevol iets terug te doen voor mijn eiland’

  • 4 min.
  • Profielschets

Chérina Fleming werkt op Sint Maarten als klinisch chemicus en is tevens directeur van Sint Maarten Laboratory Services (SLS). Ze is op het Caraïbisch eiland geboren en getogen. Haar opleiding volgde ze in Nederland. ‘Ik had nog nooit van het vak van klinisch chemicus gehoord, maar toen ik er kennis mee maakte wist ik direct: dit wil ik.’

Portretfoto (kleur) Chérina Fleming

Chérina was altijd een bètakind. Toen ze op de havo zat, ging ze ter oriëntatie voor haar vervolgopleiding kijken in een laboratorium. Ze wist meteen dat daar haar toekomst moest liggen. ‘Ik vond het zo fascinerend dat je een diagnose kunt baseren op analyses uit het bloed.’ In 2002 – ze was toen 19 – vertrok ze naar Nederland voor een opleiding tot analist. Uiteraard moest ze enorm wennen aan het koude land en aan de Nederlandse cultuur en mentaliteit. ‘Toen ik in mijn derde jaar stage liep in het Erasmus Medisch Centrum, ontmoette ik voor het eerst een klinisch chemicus. Ik wist niet eens dat dat beroep bestond! Na een gesprek met hem was ik enorm enthousiast. Want diagnoses uit het bloed halen is slechts de eerste stap; er volgt nog een traject daarna met de arts en de patiënt. Ik wilde altijd al weten wat er na die eerste analyses verder gebeurt. Daar was dus gewoon een beroep voor.’ Ze schrok wel een beetje toen ze hoorde hoe lang ze nog zou moeten studeren. ‘Dat zou me zo’n elf jaar kosten, maar ik besloot dat ik het écht wilde. En het is zéker de moeite waard. Klinisch chemicus zijn is fantastisch.’

Ook directeur

Nog tijdens haar opleiding ging Fleming solliciteren. Ze wilde terug naar Sint Maarten of naar een ander Caraïbisch eiland, dus ze stuurde open sollicitaties naar diverse laboratoria op de eilanden. Haar thuiseiland had plek. ‘Er werkte hier een klinisch chemicus die tegelijkertijd directeur van het laboratorium was. Het idee was dat ik de tweede klinisch chemicus zou worden. Maar ik begon in februari, en eind juli ging mijn collega weg. Toen werd ik dus eerst interim-directeur van het laboratorium. Dat is echt een heel ander vak.’ Tijdens haar opleiding had Fleming wel een beetje les in management gehad, maar niet voldoende om meteen zelfverzekerd allerlei beslissingen te kunnen nemen, zo vertelt ze. ‘Ik vond het moeilijk. Ik werkte nog niet zo lang hier dus kende nog niet iedereen met wie ik moest samenwerken. Ook de organisatie had ik nog niet helemaal doorgrond. Dus al doende leerde ik heel snel heel veel bij.’

Logistiek is het moeilijkst

Het moeilijkst van werken op een eiland als Sint Maarten is de logistiek, vertelt Fleming. ‘Alles wat wij nodig hebben, moet met de boot of het vliegtuig komen vanuit verschillende landen, ook landen in Europa, en vanuit Amerika. Dat duurt even én het is duur. In Nederland heb je nog dezelfde dag een nieuw apparaat als dat nodig is en kun je ook altijd op tijd aan reagentia komen. Hier vergen nieuwe materialen een logistiek plan. Zeker toen COVID-19 kwam, moesten we alles op alles zetten om op tijd de nodige materialen te krijgen. We hadden één apparaat voor één sample per uur in het begin. Kun je het je voorstellen? Gelukkig werden we goed ondersteund door de overheden.’ De laboratoria op de eilanden werken onderling overigens goed samen wat hun spullen betreft. Fleming: ‘We helpen elkaar altijd. Als iemand mij belt omdat hij zonder reagentia zit, kijk ik wat ik nog heb. Al is het nog maar één doos, dan delen we die. Zo werken we hier. Niemand houdt die laatste doos voor zichzelf als een collega iets nodig heeft.’

Nog een groot verschil met het werk van een klinisch chemicus in Nederland is dat in Nederland veel meer specialisatie mogelijk is. Tijdens haar opleiding koos Fleming bewust voor een breed profiel. ‘Ik wist dat ik terug wilde naar Sint Maarten, en ik wist dat je je de luxe van een specialisatie hier niet kunt permitteren. Hier moet je van alles voldoende weten.’

Wéér een cultuurshock

Fleming vindt het fantastisch om na zeventien jaar in Nederland te hebben gewoond weer op Sint Maarten te wonen. ‘Ik ben in de buurt van mijn familie en dat is heel fijn. Mijn ouders worden immers ook een stukje ouder. Ik moest wel weer wennen aan de mentaliteit hier. Ik had nog nooit op Sint Maarten gewerkt, alleen in Nederland. En dat was wéér een cultuurshock. Bijvoorbeeld als het gaat om op tijd beginnen: in Nederland begint een vergadering om 9 uur, hier ga je eerst nog koffie halen om 9 uur en maak je even af waarmee je bezig bent. En de mentaliteit in Nederland is veel directer. Nederlanders zeggen wat ze vinden en dat wordt meestal professioneel opgepikt. Hier neemt iemand het persoonlijk op, dus je moet weten hoe je iets tegen iemand kunt zeggen. Dat verschilt per persoon.’ Ze lacht: ‘Dat is soms best lastig!’

Vorig jaar was Fleming even terug in Nederland voor congressen. ‘Het was superleuk om oude collega’s te zien, maar ik blijf lekker op Sint Maarten. Ik vind mijn familie belangrijk en daarnaast vind ik het ook heel waardevol dat ik iets kan teruggeven aan mijn eiland, als local. Ik ben de enige lokale klinisch chemicus en kan mijn steentje bijdragen aan de gezondheidszorg op Sint Maarten. Dat is heel mooi om te kunnen doen.’