Achtergrond
LAC is een heterogene groep antistoffen die binden aan eiwitten zoals protrombine en β2-glycoproteïne in complex met fosfolipiden. LAC is paradoxaal geassocieerd met een verhóógde tromboseneiging; de term anticoagulans verwijst naar het vermogen fosfolipide-afhankelijke stoltesten te verlengen. Een LAC komt vaak voor bij auto-immuunaandoeningen zoals systemische lupus erythematodus en is geassocieerd met het antifosfolipidensyndroom (APS). Naast LAC worden anti-cardiolipine antistoffen en β2-glycoproteïne I antistoffen bepaald bij verdenking op APS. Deze bepalingen werden bij de patiënt in deze casus niet verricht, omdat er geen verdenking was op APS.
Een transiënte LAC kan het gevolg zijn van een doorgemaakte bacteriële of virale infectie (1,2). Meestal leidt een transiënte LAC niet tot klinische verschijnselen en wordt per toeval ontdekt (3). De internationale consensus voor classificatiecriteria voor APS adviseert om een positieve LAC na 12 weken opnieuw te bepalen om een transiënte LAC uit te sluiten (4). Bij een transiënte LAC is klinische follow-up niet geïndiceerd. Soms persisteert een LAC bij kinderen wat kan duiden op de aanwezigheid van een auto-immuunziekte (2,3).
In de ISTH-richtlijn LAC-detectie en -interpretatie wordt voor routine-APTT-testen reagens met minimale gevoeligheid voor LAC geadviseerd om onnodige vervolgdiagnostiek ten gevolge van LAC-interferentie te voorkomen (5). In de literatuur en op de werkvloer wordt zulk reagens vaak LAC-ongevoelig genoemd, waardoor het beeld kan ontstaan dat dit reagens geen interferentie van LAC ondervindt (6). Tijdens het behandelen van deze casus werd mede door het gebruik van LAC-ongevoelig APTT-reagens aanwezigheid van LAC onwaarschijnlijk geacht. Dit vertrouwen in LAC-ongevoelig reagens bleek bij het naslaan van de bijsluiter onterecht, hier wordt namelijk gesproken van een lage gevoeligheid voor LAC (7). Dit voorbeeld illustreert dat LAC-ongevoelig reagens niet betekent dat LAC nooit interfereert. Bij een onverklaarbare verlengde APTT die niet normaliseert in de APTT-mengproef moet dus ook zeker aan interferentie door LAC worden gedacht.
Dankwoord
Met dank aan dr. Joost Meijers, hoogleraar bloedstolling en fibrinolyse verbonden aan het Amsterdam UMC en Sanquin Research, voor zijn advies.