Kooijman heeft al een gevarieerde loopbaan achter de rug: ze werkte bij Saltro, in een perifeer en in een academisch ziekenhuis. Haar vader was huisarts, zodoende dat ze die tak van sport ook kende. ‘Ik heb echt gekeken naar wat ik leuk vind. In een ziekenhuis vond ik het ook prettig werken, maar medisch specialisten hebben zelf ook al veel kennis. Het is dan – in mijn beleving – moeilijker om het verschil te maken. Bij vragen van huisartsen heb je een veel belangrijkere rol. Zij willen bijvoorbeeld weten of een patiënt wel of niet naar het ziekenhuis moet, en daar kan onze informatie doorslaggevend in zijn. Op die manier lever je een mooie bijdrage aan de kwaliteit van de geleverde zorg.’ Door haar werk op die plek is Kooijman meer een generalist dan een specialist. Dat past wel bij haar, vindt ze.
Bestaansrecht
Het bestaansrecht van een zelfstandig laboratorium valt of staat met de kwaliteit die je levert, vertelt Kooijman. ‘Wij hebben niet de bescherming van een ziekenhuis. We moeten onze zaakjes goed op orde hebben. Een ziekenhuislaboratorium natuurlijk ook, maar wij misschien net een beetje meer. Huisartsenlabs liggen meer onder het vergrootglas. Als we audits hebben, hoor ik van die collega’s dat wij hier bij Eurofins heel kritisch zijn en dat we het inderdaad goed geregeld hebben. Ik heb dan ook redelijk goed over de zaken hier nagedacht. Toch leer ik telkens weer van audits: met gesprekken over kwaliteit kun je de kwaliteit naar een hoger niveau brengen. Gelukkig zit er in mij best wat competitiefs: ik wil van dit lab het beste lab maken.’
Kooijman werkte sinds 2018, toen ze bij haar werkgever kwam werken, het grootste deel van de tijd als enige klinisch chemicus op het lab. Enerzijds gaf dat vrijheid, anderzijds hield het werk nooit op: ‘Je kunt dan niet even uit de wind gaan zitten als je die behoefte hebt. Als eenling moet je er zelf voor zorgen dat je goede informatie krijgt en geeft. Ik belde vaak naar collega’s in het ziekenhuis hier in de regio om te verifiëren of ik de juiste klinische interpretatie gaf. Zij konden gemakkelijker iets opzoeken dan ik, omdat hier altijd alles doorging. Daar, waar ze in een groep werken, is dat beter te plannen.’ Inmiddels heeft Kooijman er een collega-klinisch chemicus bij waarmee ze het werk kan verdelen. ‘Ik heb nu nog maar drie dagen de diensttelefoon bij me in plaats van vijf.’