Keuzestress

  • 3 min.
  • Column
  • Voorwoord
Portret (kleur) Paul Geutjes

Valt het jou ook op dat als je collega’s spreekt op een nascholing of congres, dat vrijwel iedereen aangeeft hoe druk hij of zij is? Na de coronapandemie is er duidelijk een verandering opgetreden in de werkzaamheden en het tempo binnen de laboratoria en ons vak. Dit is ook merkbaar bij NVKC aangezien het steeds lastiger wordt om collega’s te vinden die hun steentje willen bijdragen in commissies, werkgroepen of het beoordelen van richtlijnen. Mogelijk heeft dit te maken met de toegenomen vraag naar complexe diagnostiek in combinatie met de personele krapte die we op de laboratoria ervaren. Wellicht spelen ook de nieuwe samenwerkingsinitiatieven, fusies of overnames een belangrijke rol. We hebben alle ballen hoog te houden en het lijkt erop dat we allemaal drukker zijn dan voorheen. Maar hoe gaan we hiermee om? Zijn we zo druk omdat er zoveel keuzes voor ons worden gemaakt, of zullen we vaker zelf keuzes moeten maken?

Zijn we zo druk omdat er zoveel keuzes voor ons worden gemaakt, of moeten we vaker zelf keuzes maken?

Naast de uitdagingen binnen het primaire proces, wordt er steeds meer van ons verwacht om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Denk aan de transformatie- of regioplannen naar aanleiding van het Integraal Zorgakkoord. Een deel van de plannen is inmiddels goedgekeurd en nieuwe werkafspraken zullen linksom of rechtsom het huidige laboratoriumproces raken. Bijvoorbeeld door meer diagnostiek dichter bij de patiënt te organiseren om opnames of polibezoeken te voorkomen. Of in het kader van preventie andere vormen van laboratoriumdiagnostiek in te zetten bij het ontwikkelen en vervolgen van een gezondere levensstijl. Of de introductie van nieuwe algoritmes om zogenaamde fast lanes binnen de reguliere zorgpaden te creëren en diagnoses en prognoses te versnellen. Typische thema’s waar wij een toegevoegde waarde kunnen leveren en aangehaakt moeten zijn. Hier liggen voldoende kansen maar het vraagt ook de nodige focus en tijd.

Er wordt ook meer van ons verwacht op het gebied van samenwerking. Samenwerking met andere laboratoria en integratie met de andere laboratoriumspecialismen lijkt een must te zijn geworden. De moderne gezondheidszorg vraagt immers om efficiency, harmonisering, digitalisering en gegevensuitwisseling gezien de toename van zorgvraag en -behoefte. Door meer samen te werken kunnen we de focus en tijd op de diverse thema’s met elkaar verdelen. En krachten bundelen, successen delen om te voorkomen dat we steeds het wiel zelf hoeven uit te vinden. Dit vereist het vermogen om buiten de gebaande paden te treden. Maar hoe pak je dit aan wanneer je als professional je eigen expertise hebt opgebouwd met een zekere autonomie? In dit verband wordt het begrip ‘samenwerken’ een werkwoord want naast de dingen anders doen, dien je ook te werken aan je relatie, het vertrouwen, terwijl de eindverantwoordelijkheid goed geborgd moet blijven. Dit kost extra tijd en energie, maar wat uiteindelijk leidt tot verduurzaming en ontschotting met meer diagnostische accuratesse tot gevolgd. Echter, de tijd speelt ons parten. De agenda’s zitten bomvol met diensten, patiëntbesprekingen of meetings over procesoptimalisatie, kwaliteit, onderwijs etc. Richten we ons op het primaire proces of leggen we onze focus op initiatieven die een aantoonbare waardevolle bijdrage leveren aan de veranderende zorg?

De klinisch chemicus wordt geconfronteerd met de paradox van keuzes, wat kan resulteren in enige vorm van keuzestress. Toch is het nemen van beslissingen inherent aan ons vak. We weten welke keuzes we moeten maken bij de interpretatie van diagnostiek en het geven van advies. Ook zit het begrip samenwerking met andere specialismen in ons DNA. De klinisch chemicus staat immers als ondersteunde discipline direct in contact met vele specialismen, of het nu gaat om de eerste-, tweede- of derdelijns zorg. Daarom verwacht ik dat wij deze skills ook kunnen inzetten in het maken van discipline-overstijgende keuzes. In deze toch wel opkomende hectische wereld van de gezondheidszorg zullen we vooral kritisch moeten blijven op wat we doen of laten, zoals wij ook onze verwijzers adviseren in het maken van verstandige keuzes in het inzetten van diagnostiek. Het vinden van de juiste balans blijft hierin de kunst van het kiezen.