RODEO is onderdeel van Doen of Laten?, een landelijk programma dat zorgverleners en patiënten bewust maakt dat niet alle zorg effectief is en sommige zorg zelfs schadelijk. Bij Doen of Laten? hoort een aantal projecten die nu landelijk geïmplementeerd worden, waaronder RODEO, dat – overbodige – diagnostiek betreft. Arts-promovendus Daniëlle Kroon (Radboudumc) houdt zich binnen Doen of Laten? bezig met het opschalen van interventies die eerder effectief bleken in het terugdringen van niet-gepaste zorg. Zij vertelt dat ze na het positieve resultaat dat de vier ziekenhuizen bereikten met RODEO, andere ziekenhuizen in het netwerk van Doen of Laten? ging enthousiasmeren om ook met RODEO aan de slag te gaan. ‘Op zich was dat niet moeilijk: men vindt het boeiend om na te denken over goede zorg vanuit klinisch redeneren. Maar hoe begin je dan in de praktijk? Vanuit Doen of Laten? hebben we leernetwerken opgezet, waarin zorgprofessionals van verschillende ziekenhuizen met elkaar praten over bepaalde onderwerpen binnen een overkoepelend thema zoals diagnostiek. Van elkaar leren werkt.’ De leernetwerken komen een paar keer per jaar bij elkaar.
Aanvragen uit gewoonte
Kroon werkt samen met arts-onderzoeker en AIOS interne geneeskunde Roos Boerman (Amsterdam UMC, locatie VUmc). Boerman was als AIOS betrokken bij het RODEO-project in het Meander Medisch Centrum in Amersfoort en houdt zich nu tijdens haar promotietraject ook bezig met de landelijke opschaling ervan. Ze vertelt dat de ziekenhuizen die deelnemen, bijgestaan worden door een team van experts uit het eerste project, ondersteund door een deïmplementatiegids en een toolkit. ‘We hebben verschillende interventies omschreven die men kan inzetten om overbodige diagnostiek te voorkomen, gericht op het laboratorium. In eerste plaats is goed onderwijs hierover natuurlijk belangrijk, maar ook tijdens supervisie kan de vanzelfsprekendheid van het aanvragen van tests aangekaart worden. Daarnaast hebben we posters en zakkaartjes ontwikkeld waarop aandacht wordt gevraagd voor de indicaties en kosten van laboratoriumdiagnostiek. Ook belangrijk is het geven van feedback aan artsen over hoeveel laboratoriumdiagnostiek er wordt aangevraagd. Vaak worden verschillende tests uit gewoonte aangevraagd en wordt er niet altijd over nagedacht.’ Als voorbeeld uit de praktijk noemt Boerman de leverfunctietesten ASAT en ALAT, die bijna altijd samen worden aangevraagd. ‘De combinatie van beide testen is echter lang niet altijd nodig. Als je er intern afspraken over maakt, kan de ASAT-test vaak achterwege blijven. De focus ligt hierbij niet op de kosten, maar op het voorkomen van onnodige diagnostiek. Ook bij relatief goedkope tests moet je overbodige diagnostiek gewoon niet willen. Je belast een patiënt er onnodig mee, als er bijvoorbeeld extra geprikt moet worden.’ Overigens kan er ook onderdiagnostiek plaatsvinden, maar daar zijn voor Nederland zeer beperkt cijfers over bekend.